Ik zit al een paar dagen over een formule gebogen samen met een paar friend. We krijgen telkens dezelfde uitkomst en als we het narekenen blijkt deze fout te zijn. Ik vind het nu wel tijd voor nieuwe geesten die meedenken, ik hoop dat iemand hier een antwoord weet.
De formule is als volgt:
-0.01a²+1.5a=50
We willen weten wat A in heel dit verhaal is, nogmaals ik hoop dat iemand een antwoord weet, en veel succes (naar mijn mening: je zult het nodig hebben)!
Oplossen
-
- Vast lid
- Berichten: 47
- Lid geworden op: 02 sep 2005, 00:15
- Locatie: In het zuiden van Noord Holland
-0.01a²+1.5a=50
Op te lossen met abc-formule
a=-.01; b=1.5 en c=-50
(-0.01±sqrt(1.5¹-4*(-.01)(-50)));(2*-.01)=(1.5±sqrt(2.25-2))/-.02=(1.5±sqrt.250'-.02=1.5±.50/-.02
a1=(1.5+.50)/-.02=-100 => a1=-100
a2=(1.5-.5)/-.02=-50 => a2=-50
(a-100)(a-50)=a¹-150a+5000=0 deel de zaak door -100 en 't komt uit op
-.01a¹+1.5a-50=0
Op te lossen met abc-formule
a=-.01; b=1.5 en c=-50
(-0.01±sqrt(1.5¹-4*(-.01)(-50)));(2*-.01)=(1.5±sqrt(2.25-2))/-.02=(1.5±sqrt.250'-.02=1.5±.50/-.02
a1=(1.5+.50)/-.02=-100 => a1=-100
a2=(1.5-.5)/-.02=-50 => a2=-50
(a-100)(a-50)=a¹-150a+5000=0 deel de zaak door -100 en 't komt uit op
-.01a¹+1.5a-50=0
"He who asks is a fool for five minutes, but he who does not ask remains a fool forever!" #Chinese proverb#
Re: Oplossen
Is eigelijk vrij simpel, je brengt gewoon 50 naar de andere kant en dan heb je een tweedegraadsvergelijking waarvan je de nulpunten moet vinden.Wolf schreef:Ik zit al een paar dagen over een formule gebogen samen met een paar friend. We krijgen telkens dezelfde uitkomst en als we het narekenen blijkt deze fout te zijn. Ik vind het nu wel tijd voor nieuwe geesten die meedenken, ik hoop dat iemand hier een antwoord weet.
De formule is als volgt:
-0.01a²+1.5a=50
We willen weten wat A in heel dit verhaal is, nogmaals ik hoop dat iemand een antwoord weet, en veel succes (naar mijn mening: je zult het nodig hebben)!
-0.01a²+1.5a-50=0
Som van de twee nulpunten is -1.5/-0.01 en het product is -50/-0.01
Je moet dus twee getallen zoeken waarvan de som 150 is en het product 5000.
Dus de twee mogelijke andwoorden zijn: 100 en 50
Ik hoop dat je het een beetje begrijpt, de formules die ik toepas zijn de som en product methode van een tweedegraadsvergelijking.
Mvg, Azerty