Code: Selecteer alles
Een boer en zijn hond zijn op weg naar huis. Ze passeren een wegwijzer waarop staat dat ze nog 20 km te gaan hebben. De boer loopt met een snelheid van 5 km per uur. Zijn hond, die de weg goed kent, loopt alvast met een snelheid van 10 km per uur naar huis. Daar aangekomen treft hij een gesloten deur, keert om, en rent weer naar zijn baas terug. Als hij weer bij de boer is, krijgt hij een aai over z'n kop, waarna hij weer enthousiast naar huis gaat rennen. Dit herhaalt zich: voortdurend blijft de hond met een snelheid van 10 km per uur heen en weer rennen tussen voordeur en baas, totdat de boer bij de deur is aangekomen.
Welke afstand heeft de hond al rennende in totaal afgelegd?
A) 25 km B) 32 km C) 40 km D) 53 km E) 61,5 km
De boer loopt 20km aan 5km/u en loopt dus 4 uur lang.
De hond loopt 4 uur lang aan 10km/u. 40km dus, Antwoord C.
Maar na even na te denken lijkt het onmogelijk dat de boer en de hond tegelijk thuiskomen. De hond loopt nooit achter de boer, maar is toch sneller. Dus het moment vlak voor de aankomst moet de hond achter de boer hebben gelopen, wat niet kan.
Een vreemde tegenstrijdigheid...