elo
Geplaatst: 20 okt 2014, 12:10
Bij schaken, golf en andere sporten gebruikt men de ELO rating.
Het is een heel gedoe om op het internet te achterhalen wat het is.
Het blijkt iets simpels te zijn.
Verspringen.
Stel springer A springt X meter, waarbij X gemiddeld 2,1 meter is. Dan is zijn ELO rating 2,1.
Stel springer B springt Y meter, met Y gemiddeld 2,5 meter.
Wat is de kans dat springer A verder springt dan springer B? (beiden springer 1 keer).
oplossing volgens ELO:
ELO veronderstelt dat X en Y normaal verdeeld zijn. Voor de variantie kiezen we een vast getal, dat voor iedereen hetzelfde is. B.v.
X is N(2.1 , 0.5)
Y is N(2.5 , 0.5)
Dan is Y-X N(2.5-2.1, 0.5+0.5) = N(0.4,1)
Het antwoord is dus P(Y-X<0).
---------
Stel we weten de ELO rating van springer A (rating = 2,1), maar niet die van B.
Dan kunnen we met bovenstaande formulers door een groot aantal keren te springen een schatting vinden voor de rating van B.
---------
Stel we weten nog de rating van A, nog van B. Dan kunnen we voor A een rating verzinnen, b.v. 10, en door een aantal keren springen de relatieve ELO rating van B bepalen.
schaken.
Schakers hebben doorgaans meerdere ELO ratings.
Stel je hebt een vereniging van 101 leden.
Je speelt een groot aantal partijen onderling.
Het 50-ste (middelste) lid krijg rating 1500.
Aan de hand daarvan zijn de overige ratings te berekenen.
De variantie wordt doorgaans berekend als uitkomst van de volgende opgave. De kans dan een persoon met rating 1400 van iemand met rating 1500 wint is 9%.
--------
De ELO theorie is ondeugdelijk. Het aantal argumenten is groot.
B.v. Het houdt geen rekening met remises. (De kans dat 2 verspringers even ver springen is 0; de kans dat twee schakers remise spelen is niet 0).
De verdeling is niet normaal gebleken.
De variantie is een gok. En zo verder.
Echter, het werkt naar tevredenheid.
Het is een heel gedoe om op het internet te achterhalen wat het is.
Het blijkt iets simpels te zijn.
Verspringen.
Stel springer A springt X meter, waarbij X gemiddeld 2,1 meter is. Dan is zijn ELO rating 2,1.
Stel springer B springt Y meter, met Y gemiddeld 2,5 meter.
Wat is de kans dat springer A verder springt dan springer B? (beiden springer 1 keer).
oplossing volgens ELO:
ELO veronderstelt dat X en Y normaal verdeeld zijn. Voor de variantie kiezen we een vast getal, dat voor iedereen hetzelfde is. B.v.
X is N(2.1 , 0.5)
Y is N(2.5 , 0.5)
Dan is Y-X N(2.5-2.1, 0.5+0.5) = N(0.4,1)
Het antwoord is dus P(Y-X<0).
---------
Stel we weten de ELO rating van springer A (rating = 2,1), maar niet die van B.
Dan kunnen we met bovenstaande formulers door een groot aantal keren te springen een schatting vinden voor de rating van B.
---------
Stel we weten nog de rating van A, nog van B. Dan kunnen we voor A een rating verzinnen, b.v. 10, en door een aantal keren springen de relatieve ELO rating van B bepalen.
schaken.
Schakers hebben doorgaans meerdere ELO ratings.
Stel je hebt een vereniging van 101 leden.
Je speelt een groot aantal partijen onderling.
Het 50-ste (middelste) lid krijg rating 1500.
Aan de hand daarvan zijn de overige ratings te berekenen.
De variantie wordt doorgaans berekend als uitkomst van de volgende opgave. De kans dan een persoon met rating 1400 van iemand met rating 1500 wint is 9%.
--------
De ELO theorie is ondeugdelijk. Het aantal argumenten is groot.
B.v. Het houdt geen rekening met remises. (De kans dat 2 verspringers even ver springen is 0; de kans dat twee schakers remise spelen is niet 0).
De verdeling is niet normaal gebleken.
De variantie is een gok. En zo verder.
Echter, het werkt naar tevredenheid.