simpel vraagje

[`robert]

Opdracht
In een loterij met drie prijzen zijn 100 loten verkocht, de kopers zin in 3 groepen verdeeld A,B,C
Groep A: 39 personen, elk 1 lot
Groep B: 14 personen elk 2 loten
Groep C 11 personen elk 3 loten
Er is geen terugneming en de 3 prijzen worden van 1e prijs naar 2e prijs naar 3e prijs gekozen

a) bereken de kans dat de eerste prijs in groep C valt
11x 3 = 33 loten à 33/100 = 33%

b)bereken de kans dat de eerste prijs in groep c valt en de 2e en 3e in groep B
33/100 x 28/99 x 27/99 = 24948/970200

c)bereken de kans dat één persoon uit groep C alle prijzen wint.
33/100 x 2/99 x 1/98 = 66/970200 = 1/14700
reden: eerst 33/100 want er zijn 33 loten in groep C, het maakt niet uit wie van groep C alle loten wind, dan 2/99 er zijn nog 99 loten in de race, en de persoon heeft nog 2 loten, daarna heeft hij nog 1 lot over en zijn er nog 98 in de race.

Het antwoord moet zijn volgens de opdracht
3/100 x 2/99 x 1/98 x 11 =1/14700

mijn vraag: hoe komen ze bij de berekening van c het antwoord wat het zou moeten zijn. Ik heb het antwoord wel goed, maar waarom doen ze x 11 en niet in het begin gelijk 33/100 maar 3/100

[Hugo]

zie je zelf niet in dat je precies hetzelfde doet?

[`robert]

ooh wat dom o_o zij berekenen eerst uit hoveel kans per 1 persoon, en dan doen ze dat x 11 personen
alsnog bedankt