tentamenvraag

[nikes]

hoi, ik heb een hertentamen statistiek waar alles van af hangt.
nu is er 1 vraag waarbij ik echt niet kan bedenken hoe ik het antwoord moet vinden, en ik heb bijna alles al geprobeerd..

De vraag:
Er zijn 185 studenten. 25 hiervan studeren rechten. er vind een onderzoek plaats waarbij 6 prijzen worden uitgereikt (dmv loten). er mag maar 1 prijs per student worden uitgereikt. hoe groot is nu de kans dat 2 óf méér van de 6 prijzen bij studenten rechten terecht komen??

ik mag gebruik maken van excel. hopelijk kan iemand me hierbij helpen.
alvast bedankt

[nikes]

misschien is het een beetje te makkelijk.. maar ik moet het toch vragen

[Kinu]

Wat heb je zelf al geprobeerd? Wat voor een verdeling (continu/discreet en meer specifiek) is dit? ...

[nikes]

ja.. daar gaat het dus om. ik zou niet weten welke verdeling ik hierbij moet gebruiken en er worden ook geen uitwerkingen gegeven. ik hoopte dat iemand het erin zou zien..

[arno]

Je weet dat 25 van de 185 studenten rechten studeren. Je weet ook dat er minimaal 2 en maximaal 6 prijzen aan een student rechten worden uitgereikt. Stel het aantal aan een student rechten uitgereikte prijzen k, met k = 2 t/m 6, wat wordt dan bij een gegeven k de kans dat een student rechten de prijs krijgt? Hint: wat is de kans dat een student rechten studeert, en wat is bij een gegeven k het aantal mogelijkheden om deze prijs over het totaal aantal studenten rechten te verdelen?

[nikes]

de kans dat een student rechten studeert is 25/185=0,135 toch?
het aantal mogelijkheden om een prijs over het toaal aantal studenten rechten te verdelen is dan 5? want er kunnen 2, 3, 4, 5, of 6 prijzen bij studenten rechten terecht komen. moet ik dan iets doen met de kans 5/6=0,833 of zit ik dan niet op de goede weg?
bedankt

[arno]

Ga eens na hoe je hier van het combinatiebegrip gebruik kunt maken.

[nikes]

oke ik begrijp niet wat je met combinatiebegrip bedoelt. ik heb niet veel tijd meer en wil gewoon graag weten hoe ik in vredesnaam bij het antwoord kom..

[arno]

oke ik begrijp niet wat je met combinatiebegrip bedoelt.

Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Combinatie_(wiskunde)

[bhengeveld]

Ik werd even van de wijs gebracht door de toevoeging van de loten in het vraagstuk, maar het wordt volgens mij een heel stuk inzichtelijker als je het voorstelt als een vaasmodel. (vaas met knikkers van verschillende kleuren, waar je een trekking uit doet)

Hoeveel knikkers zou je in het vaasmodel aantreffen? In welke kleuren? Wat stelt het vallen van een lot voor? Wat betekent het voor het model dat er maximaal 1 prijs per student mag worden uitgereikt?

Het wordt volgens mij ook makkelijker als je bedenkt dat P(G) + P(niet G) = 1. (scheelt rekenwerk) P(G) is in dit geval de kans op minstens 2 prijzen.

Ik kom overigens uit op een kans van ong. 0,19 op 2 of meer prijzen