Hallo,
wij moeten voor wiskunde een lineair probleem oplossen door middel van programmeren. Wij weten hoe we dit in excel moeten doen, alleen we komen niet op de juiste beperkende factoren (de variabelen).
Het probleem is al volgt:
Er is een rijschool met instructeurs in Ede en Renkum. Er komen aanvragen binnen van leerlingen uit Oosterbeek en Wageningen waarin tegelijkertijd moet voorzien. De autorijschool wil weten hoe hij zijn instructeurs moet inzetten zodat de af te leggen afstanen van de woonplaatsen van de instructeurs naar de woonplaatsen van de leerlingen minimaal is.
Wij hadden het volgende:
* Ede - Oosterbeek 17,1 km
* Ede - wageningen 11 km
* Renkum - Oosterbeek 7,9 km
* Renkum - Wageningen 6,2 km
Een instructeur werkt max. 8 uur op een dag; met 1 uur pauze. Dus per instructeur maximaal 7 leerlingen per dag.
Het zou afhankelijk zijn van
- aantal leerlingen (x)
- aantal instructeurs (y)
Dit houdt dus ook al in;
x = 7y
Verder komen wij niet.
Weet iemand hoe wij verder moeten?
Alvast bedankt!
Lineair programmeren
Re: Lineair programmeren
Het gaat om minimalisatie van de af te leggen afstanden van de woonplaatsen van de instructeurs naar de woonplaatsen van de leerlingen.
De aantallen instructeurs die we sturen zijn de variabelen voor dit probleem.
Stel:
e = het aantal instructeurs van Ede naar Oosterbeek
f = het aantal instructeurs van Ede naar Wageningen
r = het aantal instructeurs van Renkum naar Oosterbeek
s = het aantal instructeurs van Renkum naar Wageningen
allemaal geheel en groter of gelijk aan nul.
Wat is dan de afstand die deze instructeurs afleggen (= wat is de functie die je wil minimaliseren)?
Noem:
ye = aantal instructeurs die wonen in Ede
yr = aantal instructeurs die wonen in Renkum
xo = aantal leerlingen in Oosterbeek
xw = aantal leerlingen in Wageningen
Deze constanten zijn vooraf bekend.
Kan je nu verbanden (= ongelijkheden) vinden tussen e, f, r en s enerzijds en ye, yr, xo en xw anderzijds?
De aantallen instructeurs die we sturen zijn de variabelen voor dit probleem.
Stel:
e = het aantal instructeurs van Ede naar Oosterbeek
f = het aantal instructeurs van Ede naar Wageningen
r = het aantal instructeurs van Renkum naar Oosterbeek
s = het aantal instructeurs van Renkum naar Wageningen
allemaal geheel en groter of gelijk aan nul.
Wat is dan de afstand die deze instructeurs afleggen (= wat is de functie die je wil minimaliseren)?
Noem:
ye = aantal instructeurs die wonen in Ede
yr = aantal instructeurs die wonen in Renkum
xo = aantal leerlingen in Oosterbeek
xw = aantal leerlingen in Wageningen
Deze constanten zijn vooraf bekend.
Kan je nu verbanden (= ongelijkheden) vinden tussen e, f, r en s enerzijds en ye, yr, xo en xw anderzijds?