Wiskundeforum

Juist. Dus we laten b(50) - b(10) staan, dat vereenvoudigen we niet verder. We vinden dan c = (b(50) - b(40)) / 40. Wat is dan d?

David schreef:Juist. Dus we laten b(50) - b(10) staan, dat vereenvoudigen we niet verder. We vinden dan c = (b(50) - b(40)) / 40. Wat is dan d?

Westerwolde schreef:b(10) = 10*c + d
en b(50)= 50*c + d

Okay, dus als we dan teruggaan naar het voorbeeld, hebben we

en

Kan je dan nu b(x) vinden uitgedrukt in b(0), b(l) en x?

David schreef:

Westerwolde schreef:b(10) = 10*c + d
en b(50)= 50*c + d

Okay, dus als we dan teruggaan naar het voorbeeld, hebben we

en

Kan je dan nu b(x) vinden uitgedrukt in b(0), b(l) en x?

In je bericht van 18 maart ( 18.15 uur ) zeg je :



In je laatste bericht staat :




Ik volg even niet waarom b(40) is gewijzigd naar b(10)

David schreef:Juist. Dus we laten b(50) - b(10) staan, dat vereenvoudigen we niet verder. We vinden dan c = (b(50) - b(40)) / 40. Wat is dan d?

Daar moest staan: Juist. Dus we laten b(50) - b(10) staan, dat vereenvoudigen we niet verder. We vinden dan c = (b(50) - b(10)) / 40. Wat is dan d?

David schreef:

Westerwolde schreef:b(10) = 10*c + d
en b(50)= 50*c + d

Okay, dus als we dan teruggaan naar het voorbeeld, hebben we

en

Kan je dan nu b(x) vinden uitgedrukt in b(0), b(l) en x?

Oke duidelijk, ik dacht dat ik wat had gemist.

=>

=>

Hoe moet ik het verder aanpakken vanaf hier?

Nu heb je bij x = 0 een lengte b(0) en bij x = l een lengte b(l), ofwel de punten (0, b(0)) en (l, b(l)). Welke lijn gaat daar doorheen?

David schreef:Nu heb je bij x = 0 een lengte b(0) en bij x = l een lengte b(l), ofwel de punten (0, b(0)) en (l, b(l)). Welke lijn gaat daar doorheen?

Als ik de figuur goed bekijk heb ik links b(0) en rechts b(l), dus de horizontale lijn l gaat er doorheen. Klopt dit?

De horizontale lijn l geeft de afstand tussen de vertikale lijnstukken met respectivelijk lengten b(0) en b(l).

David schreef:De horizontale lijn l geeft de afstand tussen de vertikale lijnstukken met respectivelijk lengten b(0) en b(l).

Ja juist.
Dan zou het de schuin lopende lijn moeten zijn die bovenkant van de figuur voorstelt?

b(x) is de vertikale afstand tussen de twee 'schuine' lijnen. Of ook twee keer de vertikale afstand tussen de horizontale gestippelde lijn en een schuine lijn.

Welke lijn gaat door (x, y) = (1, 3) en door (x, y) = (3, 2)? Hoe kan je de berekening hiervoor toepassen op je vraag?