Yyy schreef:
is het antwoord soms:276L?
klopt (AB=120cm, AD=130cm, EF=40cm, volume=96*72*40 cm^3 = afgerond 276 liter)
Yyy schreef:
2a: 7 als antwoord
2b kom ik niet uit
Vraag 2a:
Ik denk dat je bij 2a AB = 7,5 bedoelt:
driehoek BSC is gelijkvormig met driehoek ARC, dus
\(\frac{SC}{BC} = \frac{RC}{AC}\)
3 van deze lengtes kennen we:
\(\frac{1}{3} = \frac{3,5}{AC}\)
waardoor AC = 3 * 3,5 = 10,5 en AB = AC - BC = 10,5 - 3 = 7,5
NOOT: we gaan er van uit dat driehoek ACD gelijkbenig is (dus AC=AD), maar hebben ze dat in het boek ook ergens aangegeven?
Vraag 2b:
Gebruik weer de gelijkvormigheid van verschillende driehoeken.
Bijvoorbeeld (nu we AB weten):
driehoek AFG is gelijkvormig met driehoek ABE.
Stel weer zo'n relatie tussen de zijden van deze driehoeken op vergelijkbaar met vraag 2a hierboven.
Kom je hiermee verder?
EDIT:
Yyy schreef:
bij 2b heb ik: 0,833....
Hoe ben je hieraan gekomen?
Als je de gelijkvormigheid van driehoek BSC en driehoek APF gebruikt hebt, dan kom je uit op PF = 0,8333..,
en vervolgens is FG = 2 * PF = 2 * 0.8333... = 1,666...
Dat klopt dan wel.