Pythagoreïsche drietal

Dit forum is voor het voortgezetonderwijs (of 2de/3de graad ASO), als je in de bovenbouw zit. We gaan er vanuit dat je een Grafische Rekenmachine hebt.
Plaats reactie
betjo
Nieuw lid
Nieuw lid
Berichten: 1
Lid geworden op: 10 mar 2007, 22:55

Pythagoreïsche drietal

Bericht door betjo » 10 mar 2007, 23:07

Hey,

Voor school moet ik een PO wiskunde maken, met als hoofdonderwerp getallen. Nu ben ik bij een onderwerp gekomen dat gaat over pythagoreïsche driehoeken. Nu had ik met de stelling van pythagoras sommen geen enkel moeite, maar nu loop ik toch echt vast. er staat:

Bij een methode gebruiken we dat de zijden de waarden hebben: p² + q² , p² - q² en 2pq. Dit geeft voor elke waarde van p en q (als p>q) een pythagoreïsche drietal.

Opdracht: Laat met behulp van een driehoek zien dat deze zijden echt bij een rechthoekige driehoek horen en dat ze dus voldoen aan de stelling van pythagoras. Maak vervolgens ook nu een lijst met 10 drietallen; neem eerst p = 2 en q = 1, dan p = 3 en q = 1 en vervolgens p = 3 en q = 2 enzovoort.

Deze opdracht snap ik dus echt niet, ik heb al geprobeert om die p = 2 en q = 1 in te voeren in die 'p² + q² , p² - q² en 2pq' maar dat ging dus echt niet goed.

Nu verwacht ik niet dat jullie mij het antwoord gaan geven van deze opdracht (Als dat wel zo is, graag, bespaart mij weer wat denkwerk), maar zouden jullie me wat tips kunnen geven met hoe ik dit kan oplossen?

Sjoerd Job
Vergevorderde
Vergevorderde
Berichten: 1144
Lid geworden op: 21 jan 2006, 15:09
Locatie: Krimpen aan den IJssel

Re: Pythagoreïsche drietal

Bericht door Sjoerd Job » 11 mar 2007, 23:50

betjo schreef:Hey,

Voor school moet ik een PO wiskunde maken, met als hoofdonderwerp getallen. Nu ben ik bij een onderwerp gekomen dat gaat over pythagoreïsche driehoeken. Nu had ik met de stelling van pythagoras sommen geen enkel moeite, maar nu loop ik toch echt vast. er staat:

Bij een methode gebruiken we dat de zijden de waarden hebben: p² + q² , p² - q² en 2pq. Dit geeft voor elke waarde van p en q (als p>q) een pythagoreïsche drietal.

Opdracht: Laat met behulp van een driehoek zien dat deze zijden echt bij een rechthoekige driehoek horen en dat ze dus voldoen aan de stelling van pythagoras. Maak vervolgens ook nu een lijst met 10 drietallen; neem eerst p = 2 en q = 1, dan p = 3 en q = 1 en vervolgens p = 3 en q = 2 enzovoort.

Deze opdracht snap ik dus echt niet, ik heb al geprobeert om die p = 2 en q = 1 in te voeren in die 'p² + q² , p² - q² en 2pq' maar dat ging dus echt niet goed.

Nu verwacht ik niet dat jullie mij het antwoord gaan geven van deze opdracht (Als dat wel zo is, graag, bespaart mij weer wat denkwerk), maar zouden jullie me wat tips kunnen geven met hoe ik dit kan oplossen?
Mag ik eerst vragen, wat ging er fout?
``Life is complex. It has real and imaginary parts.''

Gebruikersavatar
luijs
Vergevorderde
Vergevorderde
Berichten: 347
Lid geworden op: 18 aug 2006, 09:45
Locatie: Tilburg

Bericht door luijs » 12 mar 2007, 15:23

Je hebt 3 sommetjes:

p² + q²
p² - q²
2pq

Als je bij die drie sommen 2 invult voor p en 1 invult voor q dan krijg je dit:

2² + 1²
2² - 1²
2*2*1

Dat is toch wel op te lossen?

Wat is je probleem? Waar kom je niet uit?
Ik ben het er niet mee eens!!
Of wel..?

Thomas
Gevorderde
Gevorderde
Berichten: 120
Lid geworden op: 06 apr 2007, 02:02

Bericht door Thomas » 06 apr 2007, 03:02

Dit ben ik eens in een boek tegen gekomen.

p² + q²; p²-q²; 2pq zijn de zijdes van een driehoek en je weet dat geldt a²+b²=c². Probeer eerst eens uit te vogelen welke formule welke zijde is.:)

Thomas
Gevorderde
Gevorderde
Berichten: 120
Lid geworden op: 06 apr 2007, 02:02

Bericht door Thomas » 07 apr 2007, 18:58

Betwijfel of de auteur van dit topic nog antwoord geeft, dus hier mijn antwoord, ik ben benieuwd of het klopt:

Om te zien welke zijdes A, B en C zijn zet ik de formules in het kwadraat:
1.
2.
3.

Als je hier een beetje oog voor hebt zie je al snel dat de tweede en derde bij elkaar gelijk zijn aan de eerste, hieruit kun je concluderen dat de eerste zijde c is en de andere twee zijdes a en b:

a =
b =
c =

Plaats reactie