Wiskundeforum

Hallo allemaal,

Wie kan deze oplossen?

In een grote mand liggen viermaal zoveel appelen als peren. Men neemt 6 vruchten per soort eruit en nu zijn er vijf maal zoveel appelen als peren. Hoeveel appelen en peren waren er oorspronkelijk?

Als je dit zelf wilt oplossen, ga dan uit van x aantal peren. Hoeveel appels zijn er dan?
Welke verg kan je daarna opschrijven?

Ik probeer het zelf op te lossen, maar het lukt me echt niet.

a = 4.b

a – 6 = c

c = 5.b – 6

a – 6 = 5.b – 6

(4b – 6) = 5b – 6

Debianfox schreef:Ik probeer het zelf op te lossen, maar het lukt me echt niet.

a = 4.b

Allereerst moet je vertellen wat je met a en b bedoeld.
Ik stelde voor uit te gaan van x (bv 50) peren enz

Ik heb het ondertussen gevonden ...


M = 4 x

4x – 6= (x – 6) . 5

4x = [ (x-6) . 5) ] + 6

x = [ (x-6) . 5) ] + 6 / 4

x = (5x – 30 + 6 ) / 4

x = (5x – 24) / 4

4x = 5x – 24

24 = 5x – 4x
24 = 1x
x= 24

Prima!

Wat heeft je op het spoor gezet?

Ik heb het uiteindelijk zelf gevonden. Ik dacht dat het me niet meer zou lukken. Het is nl al 15 jaar geleden dat ik Wiskunde kreeg op de schoolbanken.

Debianfox schreef:Ik heb het uiteindelijk zelf gevonden.

Dat heb je laten zien en daar ga ik van uit.
Maar hoe kwam je op dit goede idee?