1) Een vis zwemt 80 cm onder het wateroppervlakte. De brekingsindex van water is 1,33. De diepte waarop een waarnemer die loodrecht op het wateroppervlak net boven de vis kijkt, deze vis ziet is;
A) 33 cm
B) 60 cm
C) 75 cm
D) 107 cm
juiste antwoord is B. Weet iemand hoe je daaraan komt?
60=80/1.33
Maar ik wil graag de fysische redenering weten.
Vis
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: Vis
Maak eens een schets waarin je de invallende en de gebroken lichtstraal tekent en pas dan eens de wet van Snellius toe.wnvl schreef:1) Een vis zwemt 80 cm onder het wateroppervlakte. De brekingsindex van water is 1,33. De diepte waarop een waarnemer die loodrecht op het wateroppervlak net boven de vis kijkt, deze vis ziet is;
A) 33 cm
B) 60 cm
C) 75 cm
D) 107 cm
juiste antwoord is B. Weet iemand hoe je daaraan komt?
60=80/1.33
Maar ik wil graag de fysische redenering weten.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Re: Vis
Een waarnemer kijkt niet loodrecht op het water. Het einpunt van de staart van de vis en het puntje van de neus van de vis bevinden zich onder een hoek t.o.v. de loodrechte lijn tussen linker oog waarnemer en het zwaartepunt van de vis met het wateroppervlak.
De brekingsindex zorgt ervoor dat de vis groter lijkt dan hij is (of anders uitgelegd, dat hij zich dichter bij de waarnemer bevindt).
De brekingsindex zorgt ervoor dat de vis groter lijkt dan hij is (of anders uitgelegd, dat hij zich dichter bij de waarnemer bevindt).
Re: Vis
Een bedenking bij wat je tussen haakjes hebt gezet.op=op schreef: De brekingsindex zorgt ervoor dat de vis groter lijkt dan hij is (of anders uitgelegd, dat hij zich dichter bij de waarnemer bevindt).
Bedoel je daarmee dat grootte (afstand tussen neus en staart) van de vis en de diepte waarop de vis zich bevindt met dezelfde factor schaalt? Deo oorspronkelijke vraag ging over de diepte waarop de vis zich bevindt.
Re: Vis
De grootte van de vis was niet gegeven in de opgave. Je zou kunnen stellen dat de vis infinitesimaal klein is. Dan zijn de hoek voor kop en staart dezelfde. Wat zou dan de invloed zijn op de afstand waarop we de vis zien?op=op schreef:Een waarnemer kijkt niet loodrecht op het water. Het einpunt van de staart van de vis en het puntje van de neus van de vis bevinden zich onder een hoek t.o.v. de loodrechte lijn tussen linker oog waarnemer en het zwaartepunt van de vis met het wateroppervlak.
Re: Vis
Als de lengte van de vis groter dan 0 is (zolang ie maar groter is dan 0) is eenvoudig na te gaan dat de lengte van de vis met een factor brekingsindex wordt vergroot.wnvl schreef: De grootte van de vis was niet gegeven in de opgave. Je zou kunnen stellen dat de vis infinitesimaal klein is. Dan zijn de hoek voor kop en staart dezelfde. Wat zou dan de invloed zijn op de afstand waarop we de vis zien?
Dus afstand tot de vis lijkt dan met factor brekingsindex te zijn verkleind.
Als de lengte van de vis 0 is, is de afstand tot de vis onbepaald als je met 1 oog kijkt en wordt de afstand tot de vis met factor brekingsindex verkleind als je met twee ogen kijkt.
Dit als gevolg van de brekingsindex en de verschillende hoeken waarmee het object met twee verschillende ogen wordt bekeken.