Wiskundeforum

Beste,

Ik ben sportschutter en wil thuis ‘droogtrainen’. Ik schiet op kaarten van 50 cm hoog en 35 cm breed op verschillende afstanden. 10,15,20 en 25 meter. Als ik thuis 2,30 meter van de muur sta dan zou ik graag 4 verschillen kaarten op de muur willen plaatsen die staan voor de 4 afstanden. Nu is de vraag: hoe groot moeten deze kaarten zijn zodat ze een gelijke grootte hebben alsof de kaart op 10, 15 meter enz hangt. Ik heb echt geen idee hoe je dat moet berekenen.

Als iemand me hier mee kan helpen zou ik daar zeer blij mee zijn.

Alvast hartelijk dank!

Mvgr Peter

Vanuit het oog O gezien moet de verhouding van kaarthoogte H staat tot afstand A gelijk blijven:

\(\frac{h}{a} = \frac{H}{A}\)


Voorbeeld 1 (kaart op afstand 10 meter):

Als H = 50 cm, A = 10 meter en a = 2.30 meter, dan krijgen we:
\(\frac{h}{2.30} = \frac{50}{10}\)
ofwel (vermenigvuldig links en rechts met 2.30:
\(h = 2.30 \times\frac{50}{10} = 11.5\; \text{cm}\)

Soortgelijk voor de breedte:
\(b = 2.30 \times\frac{35}{10} = 8.05\; \text{cm}\)


Voorbeeld 2 (kaart op afstand 25 meter):

Als H = 50 cm, A = 25 meter en a = 2.30 meter, dan krijgen we:

\(h = 2.30 \times\frac{50}{25} = 4.6\; \text{cm}\)

\(b = 2.30 \times\frac{35}{25} = 3.22\; \text{cm}\)

Fantastisch! Hartelijk dank!