Eerstegraads vergelijkingen

Wiskunde is niet alleen een vak op school. Kom je ergens in de praktijk (bijvoorbeeld tijdens je werk) een wiskundig probleem tegen dan kun je hier om hulp vragen.
Plaats reactie
Samo
Vast lid
Vast lid
Berichten: 63
Lid geworden op: 12 jul 2012, 18:30

Eerstegraads vergelijkingen

Bericht door Samo » 17 dec 2012, 01:26

Een vergelijking reduceren tot een eerstegraads vergelijking

laatste opdracht van het hoofdstuk: 9(2x+1)^2= 4(1-2x)^2

Bij het bepalen van ''x'' komt bij mij uit: x= -1/10 en dat is helemaal goed,

maar het tweede antwoord dat bij de antwoorden staat = -5/2 hoe kom ik bij dit antwoord?, simpelweg door te proberen allerlei negatieve breuken toe te passen?

Bij voorbaat dank!

David
Moderator
Moderator
Berichten: 4927
Lid geworden op: 14 mei 2009, 16:22

Re: Eerstegraads vergelijkingen

Bericht door David » 17 dec 2012, 09:39

a^2 = b^2 geeft a = b of a = -b. Kan je dat toepassen voor je vergelijking?
Stap 1 van het oplossen van een probleem is te erkennen dat je een probleem hebt.
(Raffiek Torreman)

Samo
Vast lid
Vast lid
Berichten: 63
Lid geworden op: 12 jul 2012, 18:30

Re: Eerstegraads vergelijkingen

Bericht door Samo » 17 dec 2012, 20:53

Bedankt voor je snelle reactie, maar helaas zie ik niet hoe ik het zou kunnen toepassen. Heb jij een manier?

9(2x+1)^2= 4(1-2x)^2
wordt (6x+3)^2= (2-4x)^2
wordt 6x= -1-4x
wordt 6x +4x= -1
x x= -1/10


weet je of er andere wegen zijn naar de oplossing van x= - 5/2 ??

arno
Vergevorderde
Vergevorderde
Berichten: 1923
Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant

Re: Eerstegraads vergelijkingen

Bericht door arno » 18 dec 2012, 11:41

Samo schreef:Bedankt voor je snelle reactie, maar helaas zie ik niet hoe ik het zou kunnen toepassen. Heb jij een manier?

9(2x+1)^2= 4(1-2x)^2
wordt (6x+3)^2= (2-4x)^2
Dat is fout. Merk op dat je links een product hebt van 9 en (2x+1)² en rechts een product van 4 en (1-2x)².
Er geldt dat p²∙q² = (p∙q)², dus 9(2x+1)² = (3[2x+1])² en 4(1-2x)² = (2[1-2x])²,
dus (3[2x+1])² = (2[1-2x])², dus 3(2x+1) = ... of 3(2x+1) = -...
Maak hierbij gebruik van de eigenschap dat uit a² = b² volgt dat a = b of a = -b. In dit geval geldt: a = 3(2x+1), dus b = ...
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel

Plaats reactie