Wortelvergelijkingen en kwadratische vergelijkingen.
Geplaatst: 20 mei 2014, 18:11
Hallo forumleden,
ik loop vast binnen de onderwerpen die ik in de TT heb beschreven.
ik zal proberen de problemen zo duidelijk mogelijk neer te zetten.
-Wortelvergelijkingen:
"Type 2" :
Er wordt in de reader die ik heb een voorbeeld uitgewerkt:
Ik citeer: "De strategie is om de wortel te isoleren; de wortel aan de ene kant en de rest aan de andere kant. Hiervoor hoeven we alleen maar de term x naar het andere lid te brengen"
Vervolgens kwadrateren om de wortel te verdrijven: = (-1-x)(-1-x) resultaat:
-5X-5=1+2X+X². Waar ik dus mee zit: als ik het goed begrijp en zie wordt alleen het linkerlid gekwadrateerd? (-1-x). waar komt de term 2x vandaan als je -1-x kwadrateert?
ervan uitgaande: -1.-1=1 -x.-x=x²
Er wordt ook gezegd dat je enkel de term x moet verplaatsen naar het andere lid.. Hoe ga ik dan te werk bij een vergelijking als :
Type 3:
"nogmaals kwadrateren : 4(6x-5)(3x-6)=(15-9x)²= 225-270x+81x² ofwel 3x²-22x+35=0.
Hier snap ik tevens ook niet waar de term 270x vandaan komt en de formule 3x²-22x+35=0.
Mijn laatste knelpunt, de abc formule.
Wanneer moet ik de uitkomst van b²-4ac delen? Zelfd deel ik altijd b²-4ac door 2a.
Echter heb ik uitwerkingen gezien waarbij bijvoorbeeld:
vervolgens werd.
Moet men dit altijd toen als er een wortel uit het getal te halen valt.
De uitkomst van de laatste formule is genoteerd als
Excuus voor de lange post beste mensen!
Ik heb mijn docent al meerdere keren gemaild, maar krijg echter nul op het rekest.
Ik hoop van harte dat men mij hier wijzer kan maken!
Bij voorbaat dank!
ik loop vast binnen de onderwerpen die ik in de TT heb beschreven.
ik zal proberen de problemen zo duidelijk mogelijk neer te zetten.
-Wortelvergelijkingen:
"Type 2" :
Er wordt in de reader die ik heb een voorbeeld uitgewerkt:
Ik citeer: "De strategie is om de wortel te isoleren; de wortel aan de ene kant en de rest aan de andere kant. Hiervoor hoeven we alleen maar de term x naar het andere lid te brengen"
Vervolgens kwadrateren om de wortel te verdrijven: = (-1-x)(-1-x) resultaat:
-5X-5=1+2X+X². Waar ik dus mee zit: als ik het goed begrijp en zie wordt alleen het linkerlid gekwadrateerd? (-1-x). waar komt de term 2x vandaan als je -1-x kwadrateert?
ervan uitgaande: -1.-1=1 -x.-x=x²
Er wordt ook gezegd dat je enkel de term x moet verplaatsen naar het andere lid.. Hoe ga ik dan te werk bij een vergelijking als :
Type 3:
"nogmaals kwadrateren : 4(6x-5)(3x-6)=(15-9x)²= 225-270x+81x² ofwel 3x²-22x+35=0.
Hier snap ik tevens ook niet waar de term 270x vandaan komt en de formule 3x²-22x+35=0.
Mijn laatste knelpunt, de abc formule.
Wanneer moet ik de uitkomst van b²-4ac delen? Zelfd deel ik altijd b²-4ac door 2a.
Echter heb ik uitwerkingen gezien waarbij bijvoorbeeld:
vervolgens werd.
Moet men dit altijd toen als er een wortel uit het getal te halen valt.
De uitkomst van de laatste formule is genoteerd als
Excuus voor de lange post beste mensen!
Ik heb mijn docent al meerdere keren gemaild, maar krijg echter nul op het rekest.
Ik hoop van harte dat men mij hier wijzer kan maken!
Bij voorbaat dank!