statistiek

Het forum voor overige vragen betreffende wiskunde uit het hoger onderwijs.
Lac
Nieuw lid
Nieuw lid
Berichten: 1
Lid geworden op: 11 jun 2007, 15:21

statistiek

Bericht door Lac » 12 jun 2007, 07:37

Wie kan mij hiermee helpen? Statistiek is niet mijn sterkste kant :(

In het bij het bungalowpark behorende restaurant, wil de bedrijfsleidster inzicht in de hoogte van de bedragen (per persoon) die de gasten in het restaurant voor hun diner uitgeven. In een steekproef van 16 gasten(uit maart 1993) zijn de volgende bedragen in guldens per persoon voor diners genoteerd:
23,75; 25,00 (7 keer); 32,50; 33,95; 37,50(3 keer); 45,00; 47,80; 57,50.

1) Maak een schatting van het gemiddelde bedrag in guldens per persoon dat door de gasten van het restaurant wordt uitgegeven. Geef een 95%-betr.interval voor het gemiddelde bedrag.

In een supermarkt wordt een steekproef gehouden. In de steekproef van 180 bezoekers van het vakantiepark wordt gevraagd of men tevreden is met het aangeboden assortiment in deze supermarkt. 20 personen geven aan dat zij de supermarkt nog niet bezocht hebben en geen uitspraak kunnen doen, 60 personen zijn tevreden over het assortiment en 100 personen zijn hierover ontevreden.

2) Wat is het 99% betrouwbaarheidsinterval van het percentage klanten van het supermarkt dat tevreden is over het assortiment? Wat kun je op basis hiervan adviseren aan de beheerder van de supermarkt?

3) Als het interval uit vraag 2 ten hoogste 5% breed mag zijn, hoeveel klanten van het supermarkt men dan minimaal naar hun mening betreffende het assortiment vragen?

De bedrijfsleidster van de restaurant is nogal geschrokken van de schatting uit vraag 1. In 1992 werd per gast nog ongeveer 40 guldens aan het diner besteed. In een uitgebreider vervolgonderzoek (mei 1993) onder 36 gasten blijkt dat men gemiddeld 38 guldens per diner uitgeeft met een standaardafwijking van 9 guldens.

4) zijn de uitgaven die de gasten in het restaurant besteden afgenomen in de periode 1992-1993?

5) In mei 1993 is een gezelschap van 25 personen in het restaurant wezen dineren. Er is een afrekening in de administratie teruggevonden van 900 guldens. De bedrijfsleidster vermoed echter dat de rekening hoger had moeten zijn, maar dat de betreffende ober de groep kende en hen gematst heeft. Met hoeveel zekerheid kan zij de over hierop aanspreken?

Bij de bedrijfsleidster van het restaurant bestaat de indruk dat de Duitse gasten gemiddeld meer uitgeven dan de Nederlandse. Zij gaat dit onderzoeken om een gerichte promotiecampagne te kunnen voeren. Van de 36 gasten die ondervraagd worden blijken de 17 Duitsers gemiddeld 42 guldens per persoon uit te geven met een standaardafwijking van 8,62 guldens. De resterende 19 Nederlanders geven per persoon gemiddeld 34,42 guldens met een standaardafwijking van 9,56 guldens.

6)Geven de Duitsers meer uit dan de Nederlanders? Neem alpha=5% en ook alpha=1%

Geef bij de beantwoording van de vragen aan of er sprake is:
van een Z-of en T-verdeling
van hypothese-toetsen of betrouwbaarheidsintervallen
van een fractie(p) of van een gemiddelde (u)
van een eensteekproeftoets of van een tweesteekproeventoets

Alvast bedankt

Plaats reactie