Hoi allemaal,
even een vraagje over statistiek. We gebruiken in het programma R de Fisher exact test en ik weet dat daar gebruikt wordt van de hypogeometrische verdeling. We hebben een tabel gekregen en moeten deze onderzoeken met de Fisher exact test.
20 - 10
30 - 40
Dit zijn de tabelgegevens. We krijgen een P-waarde van rond de 0.04.
De volgende vragen zijn: deel deze waardes in de tabel door 2, door 5 en door 10 en doe op alle 3 de tabellen de Fisher exact test nog eens.
Hoe kleiner de waardes, hoe hoger te P-waarde lijkt te worden. Wanneer gedeeld is door 10, gaat de P-waarde zelfs naar 1, dus bij de tabel
2 - 1
3 - 4
Ik zoek hier een verklaring voor en kan het zo niet vinden op internet. Waarom wordt de P-waarde precies hoger? Hoe komt dat? Ik neem aan dat de verklaring in de hypergeometrische verdeling ligt, maar ik zie nog niet zo goed hoe.
Weet iemand hoe dit zit?
Alvast bedankt.
Ilona
fisher exact test
Re: fisher exact test
Hoe minder deelnemers aan het onderzoek, bij gelijk blijvende verhoudingen, hoe gemakkelijker deze verhoudingen of nog extremere verhoudingen bekomen kunnen worden bij toeval. Dus des te groter de kans op een type 1 fout, des te groter de significantie.
Deze logica geldt eigenlijk voor elke statistische test, niet alleen voor de de Fisher exact test.
Deze logica geldt eigenlijk voor elke statistische test, niet alleen voor de de Fisher exact test.
Re: fisher exact test
Bedankt het is gelukt!