ik ben nu met een wiskunde intensief cursus bezig op boswell beta instituut in utrecht: VWO Wiskunde A
opgave:
Maggie heeft een vaas met 8 rode en 5 blauwe knikkers.
Ze trekt knikkers uit deze vaas zonder terugleggen.
a) ze neemt er 2 uit, hoe groot is de kans dat ze één rode en één blauwe knikker pakt?
ik heb zo gerekend: 8/13 * 5/12 + 5/13 * 8/12= ( denk dat dit niet klopt) ??
b) hoe groot is de kans dat ze eerst één rode en dan één blauwe pakt?
ik heb gerekend 8/13 * 5/13 *2= klopt dit?
verder: ze stopt de twee kikkers weer terug in de vaas en haalt er nu vijf uit
c) Hoe groot is de kans dat drie hiervan rood zijn?
ik heb gerekend: 8/13 * 7/12 * 6/11 * 5 = (klopt dit of ben ik al heel verkeerd met deze berekening)
d) hoe groot is de kans dat er minstens 4 rode tussen zitten? dat kan ik toch berekenen met de complementregel?
hier kan ik toch de kans berekenen van 0 rode te berekenen: 5/13 * 4/12 * 3/11 *5=
maar verder kom ik niet uit met mijn resultaten ??
graag als mij hierbij iemand kan helpen !!! ik moet het voor maandag hebben
![Shocked :shock:](./images/smilies/icon_eek.gif)