Oefensom breuken voor TU/e toets
Geplaatst: 13 aug 2014, 21:20
Beste lezer,
Omdat ik vanaf 1 september begin aan de TU/e bouwkunde moet ik een wiskunde toets afleggen hiervoor heb ik digitaal oefen materiaal. Bij een som-uitleg staat 'na een enig rekenwerk volgt dat...' uit dit rekenwerk kom ik niet, ik weet niet hoe ik dit moet oplossen.
'''We moeten (11·a+14)/(a^2+3·a+2) als een som van breuken met constante tellers schrijven.
Je splitst de breuk dan als (u/(a+1))+(v/(a+2)).
Stel (11·a+14)/(a^2+3·a+2)=(u/(a+1))+(v/(a+2))=((a+2)·u)/((a+2)·(a+1)) + ((a+1)·v)/((a+1)·(a+2)).
Hieruit volgt dat u·(a+2)+v·(a+1)=11·a+14.
Met enig rekenwerk volgt dat je u gelijk aan 3 kunt kiezen en v gelijk aan 8.''''
Wat is dit enig rekenwerk want ik kom hier niet uit... een vergelijking met '3' onbekenden. Als ik google kom ik alleen uit op stelsel-vergelijkingen maar dit is niet van toepassing op deze som.
Ik hoop dat iemand me hiermee kan helpen!
Alvast bedankt,
Bouke
Omdat ik vanaf 1 september begin aan de TU/e bouwkunde moet ik een wiskunde toets afleggen hiervoor heb ik digitaal oefen materiaal. Bij een som-uitleg staat 'na een enig rekenwerk volgt dat...' uit dit rekenwerk kom ik niet, ik weet niet hoe ik dit moet oplossen.
'''We moeten (11·a+14)/(a^2+3·a+2) als een som van breuken met constante tellers schrijven.
Je splitst de breuk dan als (u/(a+1))+(v/(a+2)).
Stel (11·a+14)/(a^2+3·a+2)=(u/(a+1))+(v/(a+2))=((a+2)·u)/((a+2)·(a+1)) + ((a+1)·v)/((a+1)·(a+2)).
Hieruit volgt dat u·(a+2)+v·(a+1)=11·a+14.
Met enig rekenwerk volgt dat je u gelijk aan 3 kunt kiezen en v gelijk aan 8.''''
Wat is dit enig rekenwerk want ik kom hier niet uit... een vergelijking met '3' onbekenden. Als ik google kom ik alleen uit op stelsel-vergelijkingen maar dit is niet van toepassing op deze som.
Ik hoop dat iemand me hiermee kan helpen!
Alvast bedankt,
Bouke